Schriftelijke stemverklaringen Cindy FRANSSEN

Jarenlang werd tandheelkundig amalgaam gebruikt in vullingen. Amalgaam bestaat echter voor de helft uit kwik, een zeer schadelijke stof die negatieve effecten heeft op de voortplanting, schadelijk is bij het inademen en nefast is voor het milieu. Tandheelkundig amalgaam is op dit moment nog goed voor het grootste gebruik van kwik in de EU, met een jaarlijks gebruik van 40 ton. Via deze vullingen komt kwik dus nog steeds vrij in ons lichaam en in onze omgeving. Wegens de negatieve gezondheidseffecten is het gebruik ervan al verboden bij zwangere vrouwen en kinderen onder de twaalf jaar. Het akkoord dat we vandaag goedkeuren zal dit verbod uitbreiden naar de brede bevolking in de hele EU. Behoudens enkele uitzonderingen voor landen die bijvoorbeeld nog geen terugbetalingssysteem voor andere vullingen hebben, moet het tegen 1 januari 2025 gedaan zijn met het gebruik van kwikhoudende vullingen. Dit is goed nieuws voor zowel de volksgezondheid als ons milieu. Ik steun het akkoord dan ook volmondig.

Vandaag zijn zware voertuigen verantwoordelijk voor meer dan 25% van de totale broeikasgasemissies van wegtransport, wat neerkomt op 6% van de totale Europese broeikasgasuitstoot. Wanneer we onze klimaatdoelstellingen willen halen, moeten deze cijfers naar beneden, vooral door het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen. Het akkoord dat we vandaag goedkeuren, doet dit. Tegen 2040 moet de uitstoot van grote vrachtwagens met 90% dalen. Om die doelstelling te halen, voeren we ook tussentijdse doelstellingen in voor 2030 (45%) en 2035 (65%). Nieuwe stadsbussen moeten tegen 2035 volledig emissievrij zijn. Welke rol CO2-neutrale brandstoffen in zwaar wegvervoer kunnen spelen zal door de Europese Commissie onderzocht worden tegen 2027. Zo zullen beslissingen hierover in de toekomst gebaseerd zijn op robuuste wetenschappelijke cijfers. Naast de strijd tegen de klimaatverandering vormt het verminderen van uitstoot ook een belangrijke maatregel voor het beschermen van de volksgezondheid dankzij gezondere lucht. Het akkoord kon daarom dan ook op mijn volle steun rekenen.

De doelstelling van deze herziening van de farmaceutische regelgeving is om te zorgen voor werkbare, beschikbare en betaalbare geneesmiddelen, overal in de Europese Unie. Om die beschikbaarheid en betaalbaarheid te garanderen en tegelijk voldoende innovatie aan te moedigen binnen de Europese grenzen, hebben we een goed uitgebalanceerd akkoord nodig. De richtlijn die we vandaag stemmen vormt hier een eerste deel van. Een basisperiode van gegevensbescherming van 7,5 jaar ondersteunt innoverende bedrijven voldoende. Pas wanneer producenten van geneesmiddelen voldoen aan andere vereisten die positief zijn voor de patiënt en de beschikbaarheid garanderen, kunnen ze aanspraak maken op enkele jaren extra bescherming. Dit geeft overheden een stok achter de deur die ze tot hiertoe niet hadden. De nieuwe regels moeten het ook makkelijker maken voor generische geneesmiddelen op de markt te brengen, wat voor lagere prijzen zal zorgen. Dankzij een nieuwe milieurisicobeoordeling zullen geneesmiddelen milieuvriendelijker geproduceerd worden. De tekst die vandaag voorligt is een compromisakkoord tussen de verschillende politieke fracties. Ik geloof dat het een goede basis is om de onderhandelingen met de lidstaten na de verkiezingen aan te vatten. De tekst kan dan ook op mijn steun rekenen.

Deze verordening vormt, naast de richtlijn, het tweede deel van de brede herziening van de Europese farmaceutische wetgeving. Die herziening is broodnodig om de beschikbaarheid en betaalbaarheid van geneesmiddelen in de Europese Unie te garanderen. Het is daarbij essentieel om een evenwicht te bewaren tussen het steunen van onze eigen industrie om de strategische onafhankelijkheid niet in het gevaar te brengen enerzijds, en te zorgen voor een systeem dat lagere prijzen in de hand werkt anderzijds. De tekst die vandaag voorligt, doet dat. Bedrijven die een nieuw geneesmiddel op de markt brengen, hebben recht op een periode van 9 jaar marktexclusiviteit. Wanneer een geneesmiddel een zeer zeldzame ziekte behandelt, kan dit 11 jaar worden. Zo geven we bedrijven een duwtje in de rug om te investeren in echte innovatie. Dat doen we ook wanneer ze wetenschappelijk onderzoek doen naar het tegengaan van antimicrobiële resistentie. Afsluitend biedt deze nieuwe verordening ook bijkomende instrumenten voor overheden om geneesmiddelentekorten tegen te gaan. Dit politiek akkoord tussen de verschillende grote politieke families is een compromis dat de patiënt centraal stelt. Het is een goede basis voor verdere onderhandelingen met de lidstaten. Daarom steun ik het dan ook volledig.

Op woensdag keurde het Europees Parlement met een overweldigende meerderheid het interinstitutioneel akkoord omtrent nieuwe regels voor de behandeling en het hergebruik van stedelijk afvalwater goed. Die nieuwe regels zullen de waterkwaliteit verbeteren en beschermen op die manier zowel de volksgezondheid als het milieu. In de toekomst zal stedelijk afvalwater behandeld moeten worden met een zogenaamde quaternaire behandeling, specifiek om microverontreiniging met chemische stoffen tegen te gaan. Het is een goede zaak dat de meest vervuilende sectoren, vooral de farmaceutische en chemische sector, hiervoor financieel de zwaarste lasten zullen dragen. Het akkoord vraagt ook een stengere monitoring en controle van verschillende gezondheidsparameters, de aanwezigheid van microplastics of schadelijke chemische stoffen zoals PFAS en de impact van de waterkwaliteit op antimicrobiële resistentie. Tegelijk komen er bijkomende doelstellingen voor hergebruik van afvalwater die mee kunnen zorgen voor het tegengaan van waterschaarste in onze steden. Dit akkoord houdt rekening met de volksgezondheid en de gevolgen van de klimaatopwarming, het kan dan ook op mijn volle steun rekenen.

Het Parlement keurde vandaag een resolutie goed over de aanwijzing van Europese Kinderhoofdsteden, naar analogie met de Europese Jongerenhoofdstad. Met dit initiatief willen we kinderen uit de verschillende lidstaten samenbrengen en hen laten deelnemen aan debatten over bijvoorbeeld onderwijs, klimaat, gelijke kansen, democratie en geschiedenis, om op die manier de participatie van kinderen op lokaal, nationaal en EU-niveau te vergroten en hen meer te betrekken bij de besluitvorming op Europees niveau. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de strijd tegen kinderarmoede. Met de Europese kindergarantie willen we garanderen dat elk kind dat in armoede leeft, toegang heeft tot opvang, onderwijs, gezondheidszorg, degelijke huisvesting en gezonde voeding. Door de toegang tot deze essentiële diensten te verzekeren, kunnen we de intergenerationele armoedecyclus doorbreken en krijgen kinderen alle kansen in het leven.

In 2022 ging niet minder dan 23 % van de totale meldingen over gevaarlijke consumptiegoederen over speelgoed. Dat is onacceptabel. We moeten kunnen garanderen dat het speelgoed dat we aan onze kinderen geven, veilig is. Vandaag vinden we nog te veel schadelijke chemische stoffen terug in speelgoed. We pleiten nu voor een breed verbod op het gebruik van hormoonverstorende stoffen in speelgoed, iets wat ik al jarenlang vraag. Tegelijk verbieden we ook het gebruik van PFAS en bisfenolen. Gelukkig slaagde ik er samen met een meerderheid van Europarlementsleden in om pogingen om deze belangrijke passages te schrappen, tegen te houden. Omdat veel speelgoed buiten de EU geproduceerd wordt, introduceren we een digitaal productpaspoort. Hierdoor kunnen we de herkomst traceren en worden controles aan de buitengrenzen scherper en sneller doorgevoerd. Dit paspoort zal door iedereen geraadpleegd kunnen worden. Zo kunnen consumenten een geïnformeerde keuze maken. Afsluitend keken we ook naar nieuwe soorten speelgoed, waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van artificiële intelligentie. Hier moeten we voor extra cyberveiligheid en gegevensbescherming zorgen. Dit is een goed onderhandelingsmandaat waarmee de kleinsten in onze samenleving worden beschermd. Ik roep de onderhandelaars dan ook op om hier na de verkiezingen zo snel mogelijk mee aan de slag te gaan.

Op woensdag 13 maart heeft het Europees Parlement gestemd over het verslag getiteld “Het Europees Semester voor coördinatie van het economisch beleid: werkgelegenheids- en sociale prioriteiten voor 2024”. In dit jaarverslag geeft het Europees Parlement advies aan de lidstaten voor het Europees Semester. Tijdens dit proces stemmen de lidstaten hun economisch en begrotingsbeleid af op de regels die op EU-niveau zijn overeengekomen. Als christendemocraat heb ik vol overtuiging voor dit verslag gestemd omdat erin wordt geijverd voor een sterke sociale dimensie in het begrotingsbeleid. Met de introductie van een kader voor sociale convergentie krijgen we in de toekomst voor het eerst een echt sociaal Europees Semester. In hun nationale begrotingsplannen zullen lidstaten verplicht worden om negatieve sociale gevolgen te identificeren en te vermijden. Er komt meer ruimte voor sociale investeringen om de Europese pijler van sociale rechten effectief te implementeren. Zo pleit het Parlement voor een mainstreaming van de pijler in de begroting en voor een sociale clausule bij openbare aanbestedingen. Het is duidelijk dat Europese middelen nog efficiënter moeten worden ingezet en moeten bijdragen aan een socialer Europa.

Een van de belangrijkste doelstellingen van de Europese Green Deal is zorgen voor een gezonde leefomgeving. De weg is nog lang, maar we streven ernaar de verontreiniging van bodem, water en lucht tot nul terug te dringen. Om die ultieme doelstelling te bereiken, moet de uitstoot van allerlei schadelijke stoffen dringend naar beneden. Dat is het doel van de aanscherping van deze richtlijn. Met het akkoord dat ik mee goedkeurde, worden bedrijven in de betrokken sectoren verplicht de strengst haalbare emissieniveaus te hanteren. Tegelijk geven we ook de nodige flexibiliteit aan bedrijven die een diepgaand vergroeningsproces doorvoeren. Zij kunnen hun aandacht en financiële uitgaven hierop focussen. Het akkoord regelt daarnaast ook de productie van afval, het grondstoffengebruik, de energie-efficiëntie, en lawaai- en ongevallenpreventie. Ten slotte verduidelijken we ook de regels rond inspraak van het brede publiek in vergunningverlening, onder meer via een Europees portaal voor industriële emissies. Hiermee hebben burgers vlottere toegang tot gegevens van bedrijven uit hun buurt. Van dit akkoord wordt iedereen beter, ik steun het dan ook volmondig.

Op dinsdag 12 maart keurde ik vol overtuiging het akkoord rond de energieprestatie van gebouwen goed. Op dit moment vertegenwoordigen gebouwen nog 36 % van de Europese broeikasgasuitstoot. Actie is dus broodnodig. Met nieuwe doelstellingen voor broeikasgasuitstoot en energieverbruik zorgen we voor energiezuinigere gebouwen in de Europese Unie, wat zowel goed is voor het klimaat als de portefeuille van onze burgers. Vanaf 2030 zullen alle nieuwe gebouwen emissievrij moeten zijn. Daarnaast vragen we de lidstaten te focussen op de renovatie van de minst energie-efficiënte gebouwen. Zo moet het gemiddelde primaire energieverbruik van woningen tegen 2030 met 16 % dalen. Geleidelijk aan moeten ook de verwarmingssystemen koolstofvrij worden. De deadline om verwarmingsketels op fossiele brandstoffen af te schaffen is 2040. Tegelijk faseren we subsidies voor vervuilende verwarmingssystemen af. Hierbij moeten we voor mij wel rekening houden met de sociale component. Gezinnen in financiële moeilijkheden moeten de nodige energiesteun blijven krijgen. Al de maatregelen in dit akkoord gaan de klimaatverandering tegen en verlagen tegelijk de energierekening. Een win-win, die op mijn steun kan rekenen.