Ieke van den BURG
Ieke van den BURG
Nederland

Geboortedatum : , Apeldoorn

5de zittingsperiode Ieke van den BURG

Fracties

  • 20-07-1999 / 19-07-2004 : Fractie van de Partij van de Europese Sociaal-democraten - Lid

National parties

  • 20-07-1999 / 19-07-2004 : Partij van de Arbeid (Nederland)

Leden

  • 21-07-1999 / 14-01-2002 : Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
  • 08-10-1999 / 14-01-2002 : Delegatie voor de betrekkingen met Japan
  • 17-01-2002 / 19-07-2004 : Commissie werkgelegenheid en sociale zaken
  • 07-02-2002 / 19-07-2004 : Delegatie voor de betrekkingen met Japan

Plaatsvervanger

  • 22-07-1999 / 14-01-2002 : Economische en Monetaire Commissie
  • 17-01-2002 / 19-07-2004 : Economische en Monetaire Commissie

all-activities

Bijdragen aan plenaire debatten

Toespraken tijdens de plenaire vergadering en schriftelijke verklaringen met betrekking tot plenaire debatten. Artikel 204 en artikel 171, lid 11, van het Reglement

Coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels

19-04-2004 P5_CRE(2004)04-19(1-182)

Financiële markten

29-03-2004 P5_CRE(2004)03-29(1-050)

Socialezekerheidsregelingen

11-03-2004 P5_CRE(2004)03-11(4-020)

Verslag(en) - als rapporteur

Een rapporteur wordt in de bevoegde parlementaire commissie benoemd om een verslag op te stellen over voorstellen van wetgevende of begrotingsaard, of andere kwesties. Bij het opstellen van hun verslag kunnen rapporteurs overleggen met relevante deskundigen en belanghebbenden. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het opstellen van compromisamendementen en onderhandelingen met schaduwrapporteurs. Voor de verslagen die op het niveau van de commissie worden goedgekeurd, volgen een bespreking en stemming in de plenaire vergadering. Artikel 55 van het Reglement

Ontwerpresolutie(s)

Ieder lid kan een individuele ontwerpresolutie indienen over kwesties die binnen het toepassingsgebied van de EU vallen. Deze ontwerpresolutie wordt ter overweging toegezonden aan de bevoegde commissie. Artikel 143 van het Reglement

Parlementaire vraag/vragen

Vragen met verzoek om mondeling antwoord gevolgd door een debat kunnen worden ingediend door een commissie, een fractie of ten minste 5% van de leden van het Parlement. De adressaten zijn de andere EU-instellingen. De Conferentie van voorzitters beslist of, en in welke volgorde, de vragen op de definitieve ontwerpagenda van de plenaire vergadering worden ingeschreven. Artikel 128